Home
Immaterieel erfgoed Nederland UNESCO
Goudse kleipijpen maken
op de Nationale Inventaris Immaterieel
Cultureel erfgoedlijst Nederland/ UNESCO
Op 2 december jongstleden ontving Gouwenaar en parttime ambachtelijk Goudse pijpenmaker
Patrick Vermeulen het bericht dat 'zijn' ambacht nu erkend is als Immaterieel Erfgoed.
Met de ondertekening van een certificaat staat het ambacht officieel op de Nationale Inventaris
Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. Deze nationale inventaris vloeit voort uit het
UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed.
Daarmee krijgt het ambacht als eerste ambacht in Zuid-Holland een internationale status.
Hoewel op persoonlijke titel toegekend aan Vermeulen, wil hij nadrukkelijk het predicaat
uitdragen voor en namens de pas opgerichte Stichting De Goudse Pijp. Met de erkenning en
tal van andere activiteiten hebben Vermeulen en de Stichting een eeuwenoude traditie
nieuw leven ingeblazen. Een kans die Vermeulen en de Stichting De Goudse Pijp met b
eide handen aangrijpen om een aantal interessante nieuwe ideeën en initiatieven te ontwikkelen.
Zo werken zij nu onder meer hard aan een Pijpenroute door Gouda.
Voorwaarden Dit soort activiteiten horen overigens ook uitdrukkelijk bij de voorwaarden
die aan het verlenen van de erkenning zijn verbonden. Zo moest het ambacht om te beginnen een
levende traditie zijn, die al generaties lang wordt doorgegeven. Er diende vervolgens een
erfgoedzorgplan te worden ontwikkeld waarin de traditie in kaart was gebracht.
En ten slotte moest er een plan zijn om het ambacht door te geven aan volgende generaties.
Het erfgoedzorgplan dient ook concrete stappen te beschrijven, die genomen zullen worden
om het ambacht van het maken van Goudse kleipijpen ook in de toekomst levensvatbaar te houden.
Het plan wordt namens de UNESCO door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en I
mmaterieel Erfgoed (VIE) elke twee jaar geëvalueerd.
Keizerstraat bolwerk van Goudse pijpenindustrie
Keizerstraat (1363)
Eerder genoemd als Jans Clerxstraat (1340), later ook
(1402) Jannes Clerxkade.
De Keizerstraat is een van de oudste straten van Gouda.
Simon Boot pijpmakersbaas
Op huisnummer 55 en 57 had Simon Boot in augustus 1817 zijn pijpmakersbedrijf.
Ook bezat hij een huis in de Komijnsteeg.
In 1817 waren er in Gouda nog ongeveer 115 pijpenmakers fabriekjes.
Ruim 2000 arbeiders verdienden hun brood doormiddel van het maken van Goudse pijpen.
In 1811 fabriceerde Simon pijpen met op de hiel het merk MS.
Ook in dit zelfde jaar werden er pijpen gefabriceerd met het hielmerk cijfer 64
met als toevoeging een kroontje boven de cijfers.
Tot 1826 werden er pijpen gemaakt met het laatst genoemde merk.
Huwelijken
Huwelijken tussen pijpenmakers(sters) waren geen uitzondering. Bij deze huwelijken
waren er dan ook nog als getuigen vaak collega’s.
Simon Boot pijpmakersbaas was driemaal getrouwd met een pijpenmaakster.
Nadat zijn eerste vrouw Adriana Cabout jong was overleden trouwde hij voor de tweede
maal met Elisabeth Scholte op 15 januari 1813.
Elisabeth Scholte was toen 26 jaar en pijpenmaakster.
Getuigen bij dit huwelijk waren: Barend Scholte (22 jaar), pijpmakersknecht en
woonde in de Houtensteeg.
Willem Herbers (22 jaar), pijpmakersknecht woonde in de Kleiwegstraat.
Simon Boot (26 jaar), pijpmakersknecht woonde in de Houtensteeg.
Derde huwelijk
10 mei 1815 trad Simon Boot (31 jaar) voor de derde maal in het huwelijk met
Pieternella Rijke (21 jaar) pijpenmaakster.
Hij was voor de tweede maal weduwnaar geworden
Getuigen bij dit huwelijk: Willem Herbers, pijpenmakersbaas woonde in de Keizerstraat.
Martinus Vlak, pijpenmakersbaas woonde in de Keizerstraat.
Klaas Nieuwerkerk, pijpmakersknecht woonde in de Keizerstraat.
Conclusie:
Veel Gouwenaars van nu, hebben zeker binnen hun familie een pijpenmakers verleden.
Stichting ,,De Goudse Pijp” onderzoekt en publiceert op de website www.goudsepijp.nl
de rijke historie van dit bijna verloren ambacht.
De Goudse pijp stond bekend om zijn hoogwaardige kwaliteit. Gouda en zijn pijpenmakers
industrie een begrip over de gehele wereld. Miljoenen pijpen zijn er gemaakt en
te vinden op de meest bijzondere plaatsen.
Goudse pijp in gedicht
Pijpmakersgedicht
Ik maak een pijp, uit brooze klei en aarde,
En leer hoe broos het leven is,
Daar het aan mij nog zoete blijdschap baarde,
Voegt aan mij ook de erkentenis,
Omdat ‘k nog vrolijk werken mag,
En ’t brood verdien op iederen dag,
bis
Zijn wij dan ’t saam ter winkel neer gezeeten,
Het zij bij dag, of bij de lamp,
Laat ons in ’t werk dan nimmermeer vergeeten,
Dat ons leeven is als een damp;
De pijp, die dus onze aandacht wekt,
Is ’t die aan ons tot leering strekt,
bis
Niets zal ons dan in haar Stigheid verhind’ren,
Men zie gestadig werkend toe,
Zorg dus, vol vlijt, voor onze vrouw en kindren
Dat elke hen voor ’t gebrek behoe;
En kasten wij, zij tremmen mee,
Zijpassen op de scheur en de glee,
bis
Laat ons te saam bij ’t vormen, of bij ’t rollen,
Bij ’t meijeren, oplettend zijn;
Zoo blijft ons werk bij ’t glaazen en bij ’t snollen,
Genoemd aan ’t IJ, en Maas en Rijn;
Zo is ’t dat de pijpenmaakerij,
Aan ons tot nut en voordeel zijn.
Bis
Bron: Dichter J. Bessan
Vaderlandsche letteroefeningen
jrg. 1866